FantasyAnimalsFafiction wiki
Advertisement
Beautiful-Cat-cats-16095933-1280-800

Deze pagina is goedgekeurd!

Voor de supereditie: Libellester: Klad: Supereditie/Het Gevecht van de Vorige Generatie

Daartussen is nog een kortverhaal en dan pas komt deze ff. Je hoeft die twee niet te lezen maar het is wel handiger.


Dit is De Storm van Jaguar, Vlinder en Kever en dit is het eerste deel van de serie De Verloren Verhalen.


De Regen zal over de Stam sijpelen en haar neerhalen voor De Storm Van Jaguar, Vlinder en Kever.


https://www.youtube.com/watch?v=RgKAFK5djSk Dit liedje past hier bij, vind ik, bij de hoofdstukken waar het volgens mij past zal ik dit sjabloon plaatsen:

Animaatjes-muziek-32638
DSJVK

Kaft

Libellester: De Verloren Verhalen

Libellester: Clans: De Verloren Verhalen

Info:[]

"Drie redders verdeeld over drie clans."

Dit is een WC ff.

Jaguar, Vlinder- en Keverkit worden leerlingen en moeten samen op een missie want de SterrenClan heeft hun leiders gewaarschuwd. Ze komen uit verschillende Clans en dat maakt het moeilijk voor hen alle drie. Zullen ze een oplossing vinden voor de problemen van de Clans? Zullen ze Stam kunnen overtuigen en zullen ze kunnen winnen?





















































Personagelijst:[]

SneeuwClan[]

15

Ze hebben een heel dikke vacht.

Leider:

Kristalster- is een knappe wit met bruine poes met pikzwarte ogen.

Commandant:

Varenstorm- is een grijze kater met witte strepen en felblauwe ogen.

Medicijnkat:

Sparrehart- is een grote kater die bruin is met zwarte strepen.

Krijgers:

Geelstreep- is een lieve wit met zandkleurig gestreepte poes. Leerling: Motpoot

Sprankelblad- is een knappe lapjespoes.

Spinnewaker- is een zwarte kater met een beetje wit.

Konijnensprong- is een witte poes.

Vlektornado- is een grijs gevlekte kater met blauwe ogen.

Leerlingen:

Motpoot- is een beige met bruin gevlekte poes.

Moederkatten:

Zwartlinde- is een zwart met grijs gestreepte poes, moeder van Spinnewakers jongen: Jaguarkit en Tulpkit.

Oudsten:

Zwaluwvink- is de moeder van Zwartlinde, haar partner was Snelhaas maar die is overleden.

Klimoptraan- is een aardige poes, moeder van Spinnewaker, haar partner is overleden ook, hij heette Schramklauw.

BladClan[]

Ze kunnen geluidloos door het bos sluipen.

Groene-bladeren-bokeh-achtergrond 1048-2315

Leider:

Groenster- is een knappe bruine poes.

Commandant:

Zomernacht- is een knappe zwart met witte poes.

Medicijnkat:

Natuurschemer- is een knappe grijze poes met groene ogen. Zus van Amandelnoot, Vinkstorm en Zomernacht.

Krijgers:

Amandelnoot- is een bruine kater.

Vinkstorm- is een bruine kater. Leerling: Traanpoot

Muntbuizerd- is een sterke zwarte kater.

Leerlingen:

Traanpoot- is de oudste dochter van Dondersteel en Muntbuizerd. Ze is een grijze poes met een zwarte vlek op haar voorhoofd.

Moederkatten:

Dondersteel- is een kastanjebruine poes, moeder van Muntbuizerds jongen: Keverkit, Libellekit en Torrenkit.

BloesemClan[]

Ze hebben een redelijk dunne vacht, en leven in het een heideachtig gebied met veel planten.

Lente bloesem

Leider:

Schaduwster- is een zwarte kater die heel klein is maar heel lange nagels heeft.

Commandant:

Zonnestraal- is een zandkleurige poes met groene ogen.

Medicijnkat:

Stormbeek- is een knappe grijze poes.

Krijgers:

Kastanjesschaduw- is een knappe zwarte kater met een beetje bruin.

Sterrenstroom- is een grijze poes, ze is de zus van Maansteen en de partner van Vlammeflits.

Maansteen- is een grijze poes.

Vlammeflits- is een vuurrode kater, broer van Leliestroom.

Moederkatten:.

Leliestroom- is een knappe kastanjebruine poes met zwarte vlekken, moeder van Kastanjeschaduws jong: Vlinderkit



ZonneClan[]

Ze hebben een heel dunne vacht en hebben een bos als territorium met veel openplekken.

Depositphotos 118145122-stock-illustration-sun-icon-light-sign-with

Leider:

Straalster- is een witte kater.

Commandant:

Uilenschelp- is een bruine kater met gele ogen.

Medicijnkat:

Roodglans- is een witte kater met rode ogen.

Krijgers:

Zwaanstroom- is een witte poes en de zus van Straalster.

Eendeveer- is een knappe witte poes en de moeder van Straalster en Zwaanstroom en de partner van Naaldstorm.

Naaldstorm- is een zandkleurige kater.

Bliksemblad- is een grijze kater met groene ogen.

Zandvacht- is een zandkleurige kater.


Katten buiten de Clans:[]

Regenbende[]

Leiders:

Foto-van-een-plas-water-met-regendruppels-hd-regen-wallpaper

Stam- is een bruin met witte poes.

Regen- is een grijze poes, ze is de zus van Stam.

Krijgers:

Boom- is een kastanjebruine poes met een beetje wit, broer: Muis.

Muis- is een zwart met witte kater.

Storm- is een grijze kater.

Bliksem- is een grote witte kater.

Schildpad- is een schildpadpoes.

Sprankel- is een knappe poes. Zus: Schildpad

Vlieg- is een zwarte kater. Broer: Berk

Berk- is een stevig gebouwde kater.

Moeders:

Poel- is een kastanjebruine poes, moeder van Bliksems jongen en de zus van Storm.

De Snorharen[]

Leider:

Vlok- is een knappe witte poes.

Genezer:

Kruid- is een grijze poes.

Vechters:

Steen- is een grijze kater.

Valk- is een bruine kater.

Zwaluw- is een grijze poes.

Haas- is een bruine poes.

Rots- is een grijze poes.

Jagers:

Vink- is een aardige witte poes. Broer: Grijs.

Grijs- is een grijze kater. Leerling: Berg

Leerlingen:

Berg- is een zwarte kater met witte strepen en blauwe ogen.

Andere Dieren:[]

Beschermers van de Bergen[]

Leider:

Lacy

Krijgers:

Betty

Betsy

Vlek



Ik weet het, in H1 gaat het een beetje snel maar dat is om een reden.

KaartDHV

Dit is de kaart die driehoekjes bij de SC zijn uitkijkposten.

Hoofdstuk 1:[]

Het was warm, ze voelde de zon op haar vacht. Ze lag lekker te zonnen, haar ogen waren toe. Toen hoorde ze dat irritante stemmetje weer, de stem van haar zusje, Tulpkit. "Jaguarkit! Waar zit je!": riep haar zus met haar schelle stemmetje. Ze haatte haar zus zo! Zij was DE Tulpkit dacht Tulpkit zelf, ze is ook arrogant, egoïstisch en toen er een drupje modder op haar vacht was, was ze meteen naar Zwartlinde, hun moeder gelopen om het eraf te laten halen. Waarom was haar zus toch zo!? Iedereen keek bewonderend naar Jaguarkits vacht maar daar trok Jaguarkit zich niks van aan. "Hier ben je!": zei haar zusje Tulpkit. "Ik heb een stukje kleefkruid in mijn vacht hangen, wil je het eruit halen?": zei Tulpkit afkeurend en minachtend. Jaguarkit opende één oog en zei rustig: "Je kan dat zelf ook doen Tulpkit, je hebt ook ene tong." "Ja maar je denkt toch niet dat ik dat zelf ga doen!?": zei haar zus. Tulpkit keek naar Jaguarkits vastberaden blik en liep toen stampvoetend weg. Jaguarkit zag de modderpoel waar Tulpkit rechtop af liep maar zei natuurlijk niets. Tulpkit zag het niet en doordat ze nogal snel liep kwam ze geheel onder de modder te zitten. Jaguarkit schoot in de lag. Ze zag dat de krijgers aan de hoop verse prooi ook aan het lachen waren; Sprankelblad, Geelstreep en Vlektornado. Zag ze daar nu niet Kristalster, haar moeder en haar vader ook lachen maar een beetje stiekem? Hoe dan ook! De hele clan lachte met de altijd arrogante Tulpkit. De modder dro in koorop eraf. Tulpkit wou uit de modder stappen maar gleed uit en viel er weer in. Nu lachte de clan nog harder. Zelfs Klimoptraan en Zwaluwvink deden mee. Tulpkit keek om haar heen en liep toen stampvoetend weg. Ze kwam Motpoot tegen en dacht ze bij haar steun kon zoeken maar toen Motpoot Tulpkit zag begon ze meteen te lachen. Tulpkit krijste het uit. Ze hoorde de clan nog steeds lachen. Wat had ze de clan toch misdaan? Ze zouden blij moeten zijn dat zij in de clan zit!


"Jaguarpoot! Tulppoot!': riep de clan koor, maar die laatste naam zonder veel enthousiasme. "Gefeliciteerd lieverd.": zei Zwartlinde tegen Jaguarpoot. "Zo Vlek! Eindelijk! Doe je best hoor.": zei Zwaluwvink. Vlek was de bijnaam van Jaguarpoot. Jaguarpoot straalde, Tulppoot kreeg niet zoveel felicitaties. Motklauw kreeg ook wel veel felicitaties. Maar Jaguarpoot het meest! Konijnensprong is de mentor van Jaguarpoot en Kristalster van Tulppoot. Tulppoot vond dat natuurlijk een reden om arrogant over te doen, maar ze wist de echte reden niet.....

"Vlinderpoot! Vlinderpoot!": riep de clan in koor. De BloesemClan was heel blij, ze mochten weeral een nieuwe leerling ontvangen, gelukkig. Kastanjeschaduw keek boos naar zijn dochter en naar zijn partner. En hij keek voldaan toen hij het litteken zag, het litteken op de buik van Leliestroom, dat hij had aangebracht. Ze moest hij meer kinderen geschonken hebben! Het muizenbrein! "Gefeliciteerd, Vlinderpoot, ik zal je alles bijbrengen.": zei Zonnestraal, de mentor van Vlinderpoot. Vlinderpoot glimlachte naar haar mentor.


"Keverpoot! Libellepoot! Torrenpoot!": riep de BladClan in koor. Ze waren dolgelukkig. Drie nieuwe leerlingen! Keverpoot had Zomernacht als mentor, Libellepoot Groenster en Torrenpoot Amandelnoot.

Hoofdstuk 2:[]

Het was donker maar toen zag ze iets. Ze zag een bruine poes. "Bruinster?": vroeg ze. "Ja mijn dochter, ik ben het, ik moet je iets laten zien...": zei Bruinster. Er kwam een bliksemflits en plotseling zag ze iets. De vier clans waren aan het vechten tegen een onverslaanbare vijand, ze zouden allemaal sterven. Maar toen kwam er een Jaguar, een Vlinder en een kleine Kever tevoorschijn en zij sprongen in de strijd. De vijand racete met hun staart tussen de poten weg en bleef weg. Kristalster keek haar moeder - Bruinster - vol ongeloof aan. "Dit zal gebeuren, mijn kind, je zal je redder vinden, en wees niet bang, geloof in jezelf en geloof in Mistster, Heidester, Nachtster en mij kind, geloof in ons.": zei Bruinster en toen schrok Kristalster wakker. Ze miste haar moeder zo erg.

Groenster kon haar ogen niet geloven, haar voorganger, Mistster liet haar iets zien: een Jaguar, een Vlinder en een Kever die een hopeloze oorlog veranderden in een overwinning. Maar wat ze niet wist was dat Nachtster dit ook liet zien aan haar zoon Schaduwster en ze wist ook niet dat Kristalster dit ook al had gezien.


De leiders moesten en zouden het te weten komen! Maar vandaag was Kristalster nogal sip - zoals altijd als haar moeder haar bezocht heeft - en lette ze niet goed op. Maar toen zag ze iets, dezelfde vacht als die van die Jaguar. Ze keek op en zag Jaguarpoot! Natuurlijk! Jaguarpoot is één van de drie redders! Maar was er niet een paar manen geleden een Vlinderkit geboren? Die past bij die Vlinder! Kristalster sprong overeind en racete het kamp uit. Varenstorm en Sparrehart keken haar verbaast na en keken toen elkaar aan.

"Schaduwster!": riep Kristalster uit. Schaduwster keek geschrokken op. Toen zag hij het, hij zag Vlinderpoot, en hij maakte de verbinding met die Vlinder uit de voorspelling net zoals Kristalster met Jaguarpoot en de Jaguar had gedaan. "Kunnen we even alleen spreken?": vroeg Kristalster. Schaduwster knikte en ging haar voor naar haar hol. Zonnestraal keek haar vol verbazing aan, die heeft wel lef, zomaar het kamp binnenlopen! Dacht Zonnestraal.


"Schaduwster, het spijt me dat ik nu kom binnenvallen en ik weet dat het deze avond Grote Vergadering is, maar het is van levensbelang....": zei Kristalster maar voordat ze verder kon doen zei Schaduwster: "Jij hebt de boodschap ook gehad." Kristalster knikte. "De Jaguar is Jaguarpoot, vanavond is het haar eerste Grote Vergadering.": zei Kristalster. "Hier is het denk ik Vlinderpoot, zij is de Vlinder en ze is precies even oud als Jaguarpoot!": zei Schaduwster enthousiast. "Maar dat betekent dat we de Kever nog niet gevonden hebben. Dus die is van de ZonneClan of van de BladClan. Maar dat betekent ook dat er één clan zal zijn waaruit er geen kat gekozen is.": zei Kristalster. "Ik zou eerst bij de BladClan gaan kijken, Kristalster, die is het dichtste bij.": zei Schaduwster. Kristalster knikte en ze raceten naar buiten, Zonnestraal en Stormbeek wisten niet dat ze exact hetzelfde deden als Sparrehart en Varenstorm door verbaast naar hun leider te kijken en dan verbaast naar elkaar te kijken.

"Wat moeten jullie?": vroeg Groenster. Weer zei Kristalster alles wat ze aan Schaduwster had gezegd en tot haar opluchting zei Groenster: "Keverpoot! Zij moet het wel zijn!" De leiders keken elkaar blij aan maar ook bang en verdrietig, omdat ze wisten wat komen ging.

Hoofdstuk 3:[]

"Beste Clans! Even jullie aandacht! Ik, Schaduwster en Groenster hebben een boodschap van de SterrenClan ontvangen!": riep Kristalster uit. Straalster keek verbaast naar Kristalster, hij dacht dat hij de enige was. Schaduwster knikte naar Kristalster en Kristalster begon te vertellen: "Eerst zagen we de vorige leider van onze clan, bij mij en Schaduwster zijn dat onze moeders, maar goed, we zagen dat de clans gaan vechten als één team tegen een hele grote sterke onverslaanbare vijand en we gaan bijna verliezen maar dan verschijnen er plotseling drie dieren, een Jaguar, een Vlinder en een Kever en zij jagen de vijand weg en we winnen. Mijn moeder zei: drie redders verdeeld over drie clans. Nou, ik maak nu bekend: de redder van de SneeuwClan, de Jaguar, is Jaguarpoot!": riep Kristalster uit. Jaguarpoots hoofd schoot de lucht in. De clans keken vol verbazing naar de leiders en toen naar de jonge poes. Ze leek eigenlijk echt wel op een jaguar. Tulppoot wou protesteren maar gleed uit en viel in een plas. Jaguarpoot kon haar niet inhouden en begon hard te lachen, alle clans lachten. Fijn, dacht Tulppoot, en net zoals bij de modderpoel wou ze rechtstaan en viel ze opnieuw in de plas. Maar toen werd de clan stil want toen nam Schaduwster het woord, alle leiders stonden centraal op een hoge rots. "De Vlinder is, Vlinderpoot van de BloesemClan!": riep hij uit. Vlinderpoot keek verrast op. "En wie is dan die Kever!": riep iemand uit. Groenster stapte naar voren en riep: "Dat is Keverpoot van de BladClan!": riep ze uit.

"Willen jullie alle drie naar voren komen?": vroeg Kristalster. Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot kwamen naar voren. Ze keken nerveus, vooral Jaguarpoot, en zelfs ook een beetje bang. "We hebben besloten dat jullie over twee dagen gaan vertrekken! We hopen dat de SterrenClan jullie op weg zal helpen.": zei Kristalster.

Hoofdstuk 4:[]

Kristalster had het koud, ze zag een graslandschap, en achter haar waren de territoria van de clans. Ze stond bovenop de grootste berg. Ze keek in de verte en zag De Sneeuwbergen, daar had ze ooit al eens over gehoord. "Ze moeten in die richting schat, daar zullen ze vinden wat ze moeten vinden.": zei Bruinster en toen werd Kristalster wakker. Ze keek om haar heen. Toen wist ze het weer, het was iets voor zonsopgang. Ze liep naar buiten en zag Jaguarpoot klaarstaan. Zag ze daar nu tranen in de ogen van Spinnewaker? Maar ja. Zwartlidne nam afscheid van Jaguarpoot, Tulppoot keek niet om naar haar zusje. Ze was te druk met een doorn in haar poot. Typisch!

"Vaarwel schat.": zei Leliestroom. Ze likte Vlinderpoot. Vlinderpoot keek verwachtingsvol naar haar vader maar die keek woedend naar Leliestroom en keurde Vlinderpoot geen blik waardig. Vlinderpoot zag de rode vlek rond Leliestrooms buik helemaal niet, maar Leliestroom voelde hem wel.....

"Doe je best he, Keverpoot!": riep Libellepoot. "Dat doet ze toch sowieso.": zei Traanpoot. "Tuurlijk!": riepen Dondersteel en Muntbuizerd tegelijk. Ze keken elkaar blij aan, je zag alleen maar liefde in hun ogen. "Ik ga je toch missen.": zei Torrenpoot. Keverpoot nam afscheid van iedereen en liep naar buiten, ze liep naar de plek van de Grote Vergaderingen met Groenster voor haar.

"Oké, jullie.....": zei Groenster maar ze werd onderbroken. Alle leiders stonden weer op de Hoge Rots. Ze zagen een klein wit figuurtje naar hen toe komen. Straalster sprong ook op de Hoge Rots. "Wat doe jij nu hier?": vroeg Schaduwster. "Ik ben leider van één van de vier clans dus wil ik hierbij zijn.": zei Straalster. Groenster keek naar boven en liet Kristalster verder spreken. "Jullie zijn jong en onervaren, maar we vertrouwen jullie. Moge de SterrenClan jullie vergezellen. Ga naar het noorden, jullie mogen door SneeuwClangebied trekken. Wees op tijd!": zei Kristalster. De drie jonge poezen keken elkaar aan en begonnen te stappen, richting het noorden, richting De Sneeuwbergen. "Kies een leider! Anders loopt alles fout!": hoorden ze de leiders roepen.

JVK

Jaguarpoot, Keverpoot en Vlinderpoot liepen even verder in stilte. "Wie vinden jullie dat de leider moet worden?": vroeg Jaguarpoot. "Ik weet het niet, het kan me niet schelen.": zei Keverpoot. "Ik natuurlijk stelletje blinde muizenbreinen! Wie anders?!": riep Vlinderpoot uit. "Euhm, ik.": zei Jaguarpoot. Vlinderpoot bekeek haar en keek toen minachtend. Toen stapte Vlinderpoot in de modder. "Was het eraf, Jaagpoot!": riep ze uit. "Ik ben Jaguarpoot en doe het zelf!": riep Jaguarpoot uit. Net zo een als Tulppoot, dacht Jaguarpoot. Vlinderpoot keek boos naar Jaguarpoot. Keverpoot kon haar glimlach nauwelijks verbergen. "Keverpoot, wie vind jij dat de leider moet worden?": vroeg Jaguarpoot, Vlinderpoot negerend. Keverpoot bleef staan en keek naar de twee jonge poezen. "Ik zou eerst gegaan zijn voor Vlinderpoot.": zei Keverpoot. Vlinderpoot begon al te juichen. "Maar ik kies Jaguarpoot.": zei Keverpoot. Vlinderpoot stopte met juichen.

Hoofdstuk 5:[]

Motklauw was op zoek naar een paar muizen toen ze plotseling tegen iets op botste. Ze keek verbaasd op. Ze zag een witte kater met zwarte ogen bezorgd naar haar kijken. "Alles goed?": vroeg de kater bezorgd. Motklauw knikte en kwam overeind. "Ik ben Motklauw, het spijt me.": zei ze. "Ik ben Torrenpoot, het spijt mij ook.": zei hij. Motklauw en Torrenpoot keken elkaar even aan. "Motklauw, waar zit je nu?": riep de schelle stem van Tulppoot. Toen hoorden ze ook een andere stem, die riep: "Torrenpoot! Hier komen!" Ze keken elkaar nog even aan en draaiden zich toen om.

De Volgende dag

Motklauw sloop dichterbij. Ze had gecheckt of er niemand in de buurt was. Ze sloop over de kiezelstenen. Ze had hem al eerder zien zwemmen dus waagde ze het. Ze duwde Torrenpoot in het water. Hij slaakte een kreetje van verrassing. Hij ging onder. Motklauw bleef wachten. Nu duurde het toch lang, heel lang! Ze boog zich voorover. Torrenpoot sprong tevoorschijn en trok haar ook de rivier in. Ze kwamen allebei boven water en kropen uit de rivier en lachten en speelden nog tot zonsondergang. "Wanneer zie ik je terug?": vroeg Torrenpoot. "Deze avond, rond maanhoog, hier": zei Motklauw. Motklauw en Torrenpoot namen elkaars staart vast en keken elkaar aan. "Ik hou van jou, Motklauw.": zei Torrenpoot. "Ik ook van jou, Torrenpoot.": zei Motklauw.

Hoofdstuk 6:[]

Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot stonden aan de voet van de bergen. "Kom, we gaan erover.": zei Keverpoot. "Nee.": zei Jaguarpoot. Vlinderpoot deed haar mond al open om te protesteren maar Jaguarpoot was sneller. "Er moet een doorgang zijn." Jaguarpoot draaide zich om en liep richting het westen. Vlinderpoot en Keverpoot keken elkaar aan en liepen toen achter Jaguarpoot aan. Toen stopte Jaguarpoot ineens en ze liet een stofwolk opkomen. Vlinderpoot stopte ook maar zij gleed op haar zitvlak Jaguarpoot voorbij. Keverpoot en Jaguarpoot konden hen niet bedwingen. Ze begonnen heel hard te lachen. Toen draaide Keverpoot zich om en zag ze inderdaad een opening. Haar mond viel open. "Ik zei het toch.": zei Jaguarpoot. Het was nu bijna zonsondergang. "Ik stel voor om in die struiken te slapen. Ik neem de eerste wacht, dan Keverpoot en dan Vlinderpoot.": zei Jaguarpoot.

Jaguarpoot dacht na over wat er vandaag allemaal gebeurd was toen Keverpoot naast haar kwam zitten. "Mijn beurt.": zei ze. Jaguarpoot knikte en ging slapen.

Toen was Vlinderpoot aan de beurt. Vlinderpoot vocht tegen de slaap maar de slaap won. Toen werd ze wakker van gegrom en toen zag ze een groep honden. "Honden!": krijste ze. Jaguarpoot en Keverpoot kwamen tevoorschijn maar het was al te laat, ze waren omsingeld. Het awren wel maar vier honden maar toch. "Wat moeten jullie?": vroeg een wit met bruin en zwart gevlekte hond. "We zijn op weg naar het noorden, onze clans zijn in gevaar. We moeten een oplossing zoeken. We zouden deze ochtend door de opening hier gaan.": zei Vlinderpoot terwijl ze naar de opening wees. Keverpoot en Jaguarpoot keken haar vernietigend aan, moest blikken kunnen doden was Vlinderpoot terplekke neergevallen. "Ik zou die zandkleurige kat de wacht niet meer laten houden, ze is in slaap gevallen.": zei een andere wit met zwart gevlekte hond met twee verschillende ogen. Nu keken Jaguarpoot en Keverpoot nog bozer naar Vlinderpoot. "Weten jullie wie ons zou kunnen helpen?": vroeg Jaguarpoot. "Kom maar even mee.": zei de leidster. "Wacht!": riep een stem. Jaguarpoot herkende die stem. "Kristalster!": riep ze uit. De honden keken eerst geschrokken maar toen blij. "Kristal!": riep de leidster van de honden. Iedereen ontging het dat de leidster Kristal zei. "Lacy?": vroeg Kristalster. Lacy liep kwispelend op Kristalster af. "Wat doe jij nu hier?": vroeg Lacy. "Ik moet hen nog iets zeggen.": zei Kristalster, wijzend naar Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot met haar staart.

Hoofdstuk 7:[]

Animaatjes-muziek-32638

Leliestroom liep rustig door het kamp toen Kastanjeschaduw haar wenkte. Ze liep achter hem aan het kamp uit. "Luister jij eens stuk Muizenstront! Maansteen is zwanger van mij, zij wil mij wel meerdere jongen geven! Jij wil mij er maar één geven dus dit is je verdiende loon.": zei Kastanjeschaduw toen ze een eindje van het kamp waren. Leliestroom liet verdrietig haar hoofd hangen en toen ze opkeek beet Kastanjeschaduw in haar keel. Ze voelde hevige pijn toen hij losliet en toen ze naar beneden keek zag ze overal bloed, haar bloed. Toen werd alles zwart.

"Nee!": riep Motklauw uit. "Toch wel Motklauw, je bent zwanger.": zei Sparrehart, hij begreep niet waarom Motklauw het erg vond dat ze zwanger was. "De vader is....Tor....Torrenpoot van de BladClan!": riep Motklauw uit. Sparrehart begreep het nu, maar hij schrok zo van wat ze zei dat hij achterover viel. "Maar Motklauw, dat is verboden!": riep hij uit. "Zeg het tegen niemand.": smeekte ze hem. Sparrehart twijfelde maar knikte toen van ja.

Kastanjeschaduw deed net of hij heel verdrietig was toen hij het kamp binnenkwam. Hij sleepte Leliestrooms lichaam achter zich aan. Hij zei tegen de clan: "Ik vond haar dood, maar ik rook hond." Dat was natuurlijk allemaal gelogen. Hij knipoogde naar Maansteen en zij knipoogde terug. De hele clan was bedroefd. "Wat zal Vlinderpoot geschokt zijn.": zei Maansteen. "Dat arme ding.": zei Sterrenstroom bedroefd en meelevend. Toen kwam Vlammeflits het kamp binnen. "Wat is er hier aan de hand?": vroeg hij terwijl hij zich door de menigte worstelde. Toen zag hij het lichaam van Leliestroom en zakte in elkaar. Hij begon te huilen en ging naast haar liggen. Sterrenstroom, zijn partner, kwam naast hem liggen.

Hoofdstuk 8:[]

RoutesDSJVK

Rood: Heenweg.Oranje: Terugweg.

Kristalster, Jaguarpoot, Keverpoot en Vlinderpoot waren in het kamp van de honden. "Ik heb een boodschap gekregen: De Regen zal over de Stam sijpelen en haar neerhalen voor De Storm Van Jaguar, Vlinder en Kever.: zei Kristalster. "Maar dan weet ik het! Het is de Regenbende, een grote sterke kattenbende!": zei Lacy. Daar keek Kristalster geschrokken van op. Jaguarpoot zag dat en wist nu zeker dat Kristalster iets verborgen hield. Maar ze vroeg het niet in het openbaar. "Hoe komen we bij die Regenbende?": vroeg Keverpoot. Lacy begon te tekenen in het zand. "Je gaat door De Sneeuwbergen want errond duurt echt veel langer dan erdoor. Dan is er een dorpje maar er is ook een moeras. Dan heb je een mooie heuvel en een verlaten huis en dan heb je een meer, ze wonen op een eiland dat in het meer ligt. Je blijft dus in noordelijke richting lopen.": zei Lacy. Kristalster nam afscheid en de drie jonge poezen gingen weer op pad. Al snel kwamen ze aan bij De Sneeuwbergen. De Sneeuwbergen hadden hun namen niet gestolen, het was er ijskoud. Jaguarpoot gokte dat ze ongeveer in de helft waren van de bergen toen het donker werd. Ze gingen schuilen in een paar struikjes maar Vlinderpoot mocht de wacht niet houden.

Keverpoot en Vlinderpoot werden geeuwend wakker. Vlinderpoot wou Jaguarpoot wakker maken maar ze werd maar niet wakker en ze voelde ijskoud aan. Keverpoot zag Jaguarpoot onregelmatig ademhalen. "Ze is onderkoeld!": riep Keverpoot geschrokken uit. Mara Jaguarpoot had ook een groot stuk uit de struiken moeten slapen. "Ja dat is ze inderdaad.": zei een vreemde stem. Keverpoot en Vlinderpoot draaiden zich geschrokken om.

Hoofdstuk 9:[]

Er was weer een grote vergadering, de eerste sinds Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot vertrokken zijn op missie. Maar toen kwam er een vreemde groep katten tevoorschijn. Kristalster viel bijna flauw. "Boom!": riep ze geschrokken uit. "Nee poesje! Ik ben de zoon van Boom, ik lijk sprekend op hem, ik ben Doder. Ik ga mijn vaders belofte vervullen! Ik ga deze clans vernietigen!": riep de leider uit. De vier leiders keken elkaar aan. Zelfs de kleinste kitten zag dat die groep katten groter was dan de vier clans samen. Zeker zes clans groot! Toen draaide de groep katten zich om. Maar Doder keek nog eens achterom en riep: "Bereid je maar voor stelletje kittens! We komen eraan! Jullie zullen geen tweede keer winnen!" Nu keken alle jonge clanleden verbaast op. Alle katten jonger dan 30 manen wisten er niks van, behalve Motklauw. Vroeger was er een groot gevecht geweest met De Bloedtanden. Ze dragen versterkingen rond hun klauwen en ze zijn op een mysterieuze wijze heel erg scherp. En hun tanden zeker....

De leiders keken elkaar geschrokken aan. Dat was dus die grote vijand uit de boodschap van de SterrenClan.

Hoofdstuk 10:[]

Ze zagen een witte poes. En toen zagen ze een grijze kater. "Wat doen jullie hier?": vroeg de grijze kater. "Ach zwijg Grijs! Die poes is onderkoeld!": riep de witte poes uit. "Ik ben Vink en dit is Grijs, hij is mijn broer.": zei de witte poes. Vlinderpoot en Keverpoot keken elkaar even aan. Vink stapte naar voren en ging naast Jaguarpoot zitten. "Hoe kan ze onderkoeld geraakt zijn met zo een dikke vacht?": zei Grijs. Vlinderpoot keek beschaamd naar haar voeten. "Nou, misschien heb ik haar uit de struiken geduwd zodat ik meer plaats had...…" Als blikken konden doden had Vlinderpoot nu het loodje gelegd. "Je hebt wat!?": riep Keverpoot boos uit. "Grijs, pak haar op, we gaan naar het kamp.": zei Vink. Grijs knikte en ze tilden Jaguarpoot op en stapten weg. Vlinderpoot en Keverpoot volgden. "Ze heeft een mooie vacht.": zei Grijs tussen zijn tanden door. Keverpoot knikte.

Uiteindelijk kwamen ze aan in een grot, er zaten een paar lichtgaten waardoor het er niet super donker was. Grijs en Vink legden Jaguarpoot op de grond. Iedereen kwam errond staan. "Hoe kan iemand met zo een mooie dikke vacht onderkoeld raken?": zei Vlok. Berg knikte en zei: "Ze heeft een hele mooie vacht." "Vertel me alles.": zeiden Vlok en Kruid tegelijkertijd. "Dus, onze clans, voorbij de bergen, naar het zuiden dus, zijn alle vier in gevaar, er is een grote groep katten van zeker 6 clans groot, dus zo'n 90 katten, die ons bedreigd en ons wil aanvallen. We zijn op weg naar De Regenbende om hulp te vragen. Maar toen duwde Vlinderpoot midden in de nacht Jaguarpoot uit de struiken en daardoor raakte Jaguarpoot onderkoeld.": zei Keverpoot. Vlinderpoot keek verlegen naar haar poten. Kruid was weggerend toen ze het had gehoord en was nu alweer terug met een paar groene blaadjes. "Dit is Koudbergkruid, dat wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat je het warmer krijgt, maar ik weet niet of het wel zal lukken.": zei Kruid. Ze deed Jaguarpoot haar mond open en duwde het kruid erin en zorgde ervoor dat ze het doorslikte. Toen gebeurde er enkele minuten niks, en na nog een paar minuten nog steeds niets en toen stopte Jaguarpoot met ademen.

Hoofdstuk 11:[]

Motklauw was bevallen van twee kittens; Pegelkit en IJskit. Het zijn twee poesjes en Motklauw was het kamp uitgeslopen. Ze had haar twee dochtertjes meegenomen. Ze kwam aan bij de grens met de BladClan en zag algauw Torrenwit, hij was sinds een paar dagen krijger. Hij zat nerveus naar haar te kijken. Hij kwam bij haar en keek naar zijn twee dochtertjes, ze waren allebei spierwit. "Ze zijn even mooi als jou, maar hebben mijn kleur vacht. Dit is het beste wat me ooit is en kan overkomen.": zei hij. Pegelkit deed haar oogjes open. Het was de eerste keer! "Dag Pegelkit, ik ben je moeder Motklauw en dit is je vader Torrenwit.": zei Motklauw. Pegelkit keek met haar blauwe oogjes eerst naar Motklauw en toen naar Torrenwit. Toen keken Torrenwit en Motklauw elkaar aan. Ze likten elkaar over elkaars neus en draaiden zicht toen allebei om. "Tot de volgende keer, liefste.": zei Motklauw. "Doei papa.": zei Pegelkit. Motklauw en Torrenwit keken trots, verrast en dolgelukkig naar Pegelkit. "Vaarwel mijn schatjes": zei Torrenwit.

Geelstreep kwam huilend het kamp binnen. Ze had het lichaam van Vlektornado vast. Ze legde het voorzichtig neer en keek toen op naar de clan. "Ik moet bijna bevallen en nu is hij vermoordt door die stomme zwarte rat Doder!": riep Geelstreep verdrietig en verslagen uit. De gehele clan was van twee dingen verrast, van de kittens van Geelstreep en Vlektornado en dat Vlektornado gestorven is.

Hoofdstuk 12[]

De Snorharen, Vlinderpoot en Keverpoot begonnen te huilen. Jaguarpoot was gestopt met ademen. Maar toen kuchte Jaguarpoot. Berg was de eerste die het opmerkte. Hij riep: "Ze is niet dood!" De Snorharen en de clankatten haastten zich naar Jaguarpoot toe en zagen nog net dat Jaguarpoot langzaam haar ogen opende. "We dachten dat je dood was.": zei Keverpoot bezorgd. "Zoals ik al zei Keverpoot, ik ben een doorzetter, ik geef niet op.": zei Jaguarpoot met een schorre stem. Kruid keek Jaguarpoot onderzoekend aan. Je moet hier nog zeker een week blijven liefje. Je moet aansterken. "Het spijt me Jagu…..": zei Vlinderpoot, maar Jaguarpoot onderbrak haar. "Het geeft niet Vlinderpoot, alles is goed gekomen." "Maar je was bijna dood.": zei Vlinderpoot protesterend. Jaguarpoot zuchtte en zei: "Ik was niet bijna dood, ik was dood, ik ben teruggekeerd, Bruinster zei me dat het moest dus deed ik dat, daarom ben ik hier weer." Vlinderpoot keek Keverpoot aan en toen Jaguarpoot

Jaguarpoot was nu al vier dagen in het kamp van De Snorharen. Vandaag begon ze weer wat te spelen. Ze speelde voornamelijk met Berg. Ze waren ook eens samen op jacht geweest en hadden vier sneeuwhazen te pakken gekregen. De Snorharen hadden haar hartelijk bedankt. Maar toen was het voorbij en moesten Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot weer op pad. Ze namen afscheid en Jaguarpoot zag veel verdriet in de ogen van Berg. Ze ging Berg echt missen. Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot kwamen uiteindelijk uit De Sneeuwbergen en zetten hun reis gestaag verder.

Slim1

Ze zagen in de verte een dorpje liggen. Wat waren die grote roze wezens? Ze liepen op het dorpje af. Ze zagen een vreemd soort bak, groot en grijs en het stonk. Ze waren natuurlijk op hun hoede. Vlinderpoot rook aan die rare grijze bak. Er kwam een jong roze wezen naar buiten en keek naar de clankatten. De katten zaten zo stil dat het wel standbeelden leken. Het kleien roze wezentje zette twee kommen neer, één met een soort witte vloeistof en één met brokjes. De katten keken elkaar aan en proefden van de brokjes en de drank. Het deed deugt, ze hadden weeral een tijdje weinig kunnen eten. Maar toen hoorde Jaguarpoot iets. Honden. Ze draaide haar hoofd om en zag twee grote honden op hen afstormen. "Rennen!": gilde ze.

Keverpoot, Jaguarpoot en Vlinderpoot stormden weg. Keverpoot vond als eerste een boom. De honden liepen voorbij en gingen achter Jaguarpoot en Vlinderpoot aan. Vlinderpoot sprong op een hek en nu gingen de honden achter Jaguarpoot aan. Ze hadden Jaguarpoot bijna ingehaald toen Jaguarpoot stopte en zich bukte, doordat de honden zo snel liepen, liepen ze over en naast Jaguarpoot. Ze lag net tussen de poten van de hond die haar bijna te pakken had gehad. Toen de honden voorbij waren liep ze weer verder en sprong ze in een boom. De honden blaften vol frustratie naar Jaguarpoot. Uiteindelijk gaven de honden het op en liepen weg.

Hoofdstuk 13[]

Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot keken opgelucht naar het dorpje dat achter hen lag. Het was rond maanhoog. Toen zag Jaguarpoot in de verte een heuvel. Ze liepen naar de heuvel en praatten ondertussen een beetje. "Ik ben benieuwd wat mijn broer en zussen hun krijgersnaam geworden is.": zei Keverpoot. "Ook al kan ik Tulppoot niet uitstaan, toch ben ik benieuwd en ben ik blij dat ze toch mijn zus is.": zei Jaguarpoot. "Ik heb geen broer of zus.": zei Vlinderpoot, zelfs een beetje stoefend. Toen kwamen ze aan bij de voet van de heuvel en liepen omhoog. Het was prachtig. Je zag alle sterren. Het was echt prachtig. Maar wat Vlinderpoot toen zag veranderde haar humeur volledig. Ze zag haar moeder Leliestroom, maar niet gewoon, ze had sterren rond haar poten en in haar vacht. "Mama.": zei ze. "Rustig schat, ik ben veilig, ik maak het goed. Maar jullie moeten doordoen.": zei Leliestroom. "Wat is er Vlinderpoot?": vroeg Jaguarpoot. "Mijn moeder is dood.": zei Vlinderpoot voor haar uitstarend. Keverpoot en Jaguarpoot keken elkaar aan. Maar toen zag Jaguarpoot iets. Ze zag een meer en een eiland in het midden. "Zei Vlok niet dat hun kamp in een meer lag?": vroeg ze. Keverpoot knikte en vroeg: "Waarom?" "Daarom.": zei Jaguarpoot, terwijl ze met haar staart naar het meer met het eiland in het midden wees.

Hoofdstuk 14[]

Geelstreep, Maansteen en Sterrenstroom zijn op dezelfde dag bevallen. Geelstreep van Vlektornado's jongen: Tornadokit; een grijs gevlekt katertje, Schaapkit; een beigeachtig poesje en Slangekit; een zandkleurige poes. Maansteen van Kastanjeschaduws jongen: Distelkit; een grijs katertje, Vossenkit; een vosrood poesje en Steenkit; een grijs poesje en Sterrenstroom van Vlammeflits jongen: Leliekit; een poesje die er net zo uitziet als Leliestroom, Haaskit; een bruin poesje, Bladkit; een bruin katertje en Grijskit; een grijs poesje. Pegelkit en IJskit zijn maar een maan ouder. Kastanjeschaduw was gelukkig met Maansteen, maar dat was maar om één reden; nu heeft hij drie kittens; één katertje en twee poesjes. Hij trok zich niks aan van Leliestroom, hij voelde zich zelfs niet een beetje schuldig. Maansteen dacht dat Kastanjeschaduw echt van haar houdt maar daar heeft ze het toch echt behoorlijk mis.

Hoofdstuk 15[]

Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot zochten nu al de hele dag naar een oversteekplaats om het meer over te steken. Vlinderpoot en Keverpoot hadden de hoop eigenlijk al opgegeven. Jaguarpoot gaf niet op. Ze bleef zoeken en vond uiteindelijk een hele lange boomstronk. "Vlinderpoot! Keverpoot!": Ze gingen naast Jaguarpoot staan en keken naar de boomstam, hij was immens lang en kwam tot aan het eiland. Jaguarpoot zette haar linker voorpoot er eerst eens op en sprong er toen volledig op. De boomstam was glad. Ze keek achterom en wenkte Vlinderpoot en Keverpoot met haar staart om dichterbij te komen. Keverpoot sprong erop en toen ook Vlinderpoot. "Wat een makkie!": riep Vlinderpoot uit, maar net op dat moment gleed ze uit en ze gleed van de boomstronk. Keverpoot nam haar staart vast. Vlinderpoot was nog maar een paar centimeter van het water verwijderd. Jaguarpoot draaide haar om en hielp Keverpoot om Vlinderpoot weer op de boomstronk te trekken. Ze trokken Vlinderpoot op de boomstronk. Vlinderpoot lag op haar buik op de boomstronk en keek naar Jaguarpoot en Keverpoot op. Ze kwam rustig overeind en zei: "Dank je wel." Toen alles oké was begonnen ze weer te stappen. Ze waren in het midden van de boomstronk aangekomen. Jaguarpoot haalde diep adem en ging toen weer verder. Uiteindelijk bereikten ze het eiland en ze sprongen van de boomstronk. Vlinderpoot landde op haar achterwerk. Keverpoot en Jaguarpoot konden hun lach niet inhouden. "Zo, jullie zijn er eindelijk.": zei een onbekende stem achter hen.

Hoofdstuk 16[]

Jaguarpoot, Keverpoot en Vlinderpoot keken achter hen en ze zagen een grijze poes met een blauwe halsband. "Ik ben Regen, ik ben de leider van de Regenbende, samen me mijn zus Stam.": zei de grijze poes. "Ik ben Jaguarpoot, dit is Keverpoot en dit is Vlinderpoot.": zei Jaguarpoot terwijl ze hen om de beurt aanwees. "Mooi zo, wat doen jullie hier?": vroeg Regen. "We hebben jullie hulp nodig Regen, onze clans zijn in gevaar, er dreigt gevaar, we weten niet wat, maar we moeten opschieten.": zei Vlinderpoot. "We weten wel wat.": zei Jaguarpoot. Keverpoot en Vlinderpoot keken verbaast naar Jaguarpoot. "Het zijn De Bloedtanden.": zei Jaguarpoot. "Ik kreeg een boodschap van de SterrenClan, toen ik onderkoeld was." Regen was bij het horen van de naam De Bloedtanden verstijft. "Kom maar mee.": zei Regen. Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot volgden Regen door het bos. Uiteindelijk kwamen ze aan in het kamp van de Regenbende. De clankatten keken om zich heen. Het kamp was gemaakt uit een koepel van braamstruiken. Er kwam een bruine poes met een groene halsband tevoorschijn. "Wie zijn dat?": vroeg de bruine poes aan Regen. "Wij zijn Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot en wij komen om hulp vragen, onze clans dreigen vernietigd te worden, door...… door De Bloedtanden."; zei Jaguarpoot voordat Regen iets kon zeggen. De gehele Regenbende stond naar de vreemdelingen te kijken. "Waarom zouden wij jullie moeten helpen?": vroeg de bruine poes. Regen zei: "Kom op Stam! Je weet best waarom, onze vader Zwart heeft ooit, lang geleden, Bruinster, leider van de SneeuwClan geholpen om die Bloedtanden de eerste keer te verslaan, laten we wraak nemen voor wat De Bloedtanden ons hebben aangedaan doordat ze onze moeder hebben vermoordt en laten we Boom vermoorden!": riep Regen uit. "Boom is dood, zijn zoon Doder is nu de leider, maar Doder heeft ook al een zoon, Snijtand.": zei Jaguarpoot, maar wat niemand opviel was dat haar ogen helemaal wit werden. Toen ze het gezegd had werden haar ogen weer normaal. "Dan nemen we wraak op Boom door zijn zoon én zijn kleinzoon te vermoorden.": zei Stam. De gehele Regenbende begon te roepen en te juichen.

Hoofdstuk 17[]

Kristalster was bezig met een clanvergadering toen Doder het kamp binnenkwam lopen. "Zo ratten, over drie dagen, zonsopkomst, gaat het beginnen, het gevecht waarbij ik jullie zal verslaan!": riep Doder uit. Toen draaide hij zich om en liep weer weg. Kristalster waas doodsbang.

Kristalster lichtte de andere leiders in en ze besloten om net voor middernacht naar de plek voor de Grote Vergaderingen te gaan en daar dan te verzamelen, ze zouden zich ook klaarmaken voor de strijd die zou volgen. De kittens, oudsten en moederkatten zouden in het kamp van de SneeuwClan blijven, allemaal. Ze zouden al twee dagen voor de strijd naar het kamp van de SneeuwClan gaan om al veilig te zijn. De medicijnkatten moesten hen begeleiden.

Sparrehart, Natuurschemer, Stormbeek en Roodglans stonden al klaar en begeleiden alle moederkatten naar het kamp van de SneeuwClan. Er waren ook van elke clan twee krijgers meegegaan om extra prooi te vangen zodat de moederkatten genoeg te eten zouden hebben en de SneeuwClan had de kraamkamer vergroot. Sterrenstroom en Maansteen kwamen de kraamkamer van de SneeuwClan binnen en gingen naast Geelstreep en Motklauw liggen. Er ontstonden al snel groepjes bij de kittens: Schaapkit speelde met Vossenkit, Distelkit en Slangekit, Tornadokit met Pegelkit, Leliekit en Steenkit en IJskit met Haaskit, Bladkit en Grijskit. De moederkatten konden het ook heel goed met elkaar vinden. Torrenwit kwam binnen met twee konijnen en legde ze op de grond, hij en Motklauw keken elkaar even in de ogen en toen draaide Torrenwit zich om en liep naar buiten.

Hoofdstuk 18[]

Alle katten van de Regenbende liepen over de boomstronk. Stam, Regen, Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot liepen vooraan en zij leidden de groep. "Waarom willen jullie wraak op Boom?": vroeg Keverpoot. "Zwart - onze vader - zei dat hij onze moeder vermoordt heeft voor zijn ogen.": zei Stam. "Daarom willen we wraak, maar ik denk dat Boom ook onze nestgenootjes heeft gedood, want ik herinner me vaag nog twee kittens. Die ene heette Natuur, die andere weet ik niet meer, maar ik weet zeker dat er twee andere kittens waren.": zei Regen. Stam zuchtte. We zullen het nooit te weten komen. Vlinderpoot lette niet goed op en ze kreeg een boodschap: Haast je. Ze herkende de stem van haar moeder onmiddellijk. "We moeten sneller gaan! We komen nog te laat! Mijn moeder zei het me net!": riep Vlinderpoot uit. "Wacht even, je moeder? Je moeder is toch niet dood?": vroeg Keverpoot. "Jawel, ik weet niet door wat maar ze is gestorven toen we op weg waren naar de Regenbende want ik zag en hoorde haar toen we op die heuvel stonden. Keverpoot en Jaguarpoot keken elkaar even aan. Wat erg voor Vlinderpoot! Ze stapten verder en in de verte zagen ze een groot zwart bouwsel. "Dat is het verlaten tweebeenhuis.": zei Regen. "Tweebeen?": vroeg Vlinderpoot. "Die rare roze wezens.": zei Stam. "Ow ja, vachtlozen!": riep Vlinderpoot uit. Stam knikte. Ze kwamen dichterbij en het huis zag er echt verlaten uit, het was afschuwelijk. Niemand voelde zich op zijn gemak dus begonnen ze allemaal te rennen. Toen ze naast het bouwsel kwamen versnelden ze dat het wel leek of ze over het gras vlogen! Toen ze allemaal voorbij waren hielden ze in. Maar toen zakte Vlinderpoot weg in de grond. Keverpoot, Jaguarpoot, Regen en Stam begonnen meteen te trekken en kregen Vlinderpoot eruit. "Wij zijn in het moeras.": zei Regen, redelijk overbodig. Vlinderpoot zat helemaal onder de smurrie en de modder. "Je meent het.": zei Vlinderpoot, terwijl ze met haar ogen rolde. Iedereen schoot in de lach.

Ze waren uiteindelijk uit het moeras, Vlinderpoot was dolgelukkig dat ze uit het moeras was en toen ze er uit waren konden ze De Sneeuwbergen zien. Iedereen versnelde. Ze kwamen al gauw aan bij de voet van de eerste berg en ze zochten naar de pas. Ze vonden de pas snel en raceten verder. Ze waren bijna uit De Sneeuwbergen toen Jaguarpoot iemand hoorde roepen naar haar. Ze vertraagde en iedereen stopte. Ze keek achterom en ze zag een groep katten op hen aflopen. De Snorharen! "Wij willen meedoen!": riep Berg uit. Vlok knikte en De Snorharen sloten zich aan bij de Regenbende en de clankatten en ze raceten verder. Al snel waren ze bij de bergen en liepen ze door de opening. Ze raceten voorbij de Beschermers van de Bergen en Lacy blafte: "Succes, mijn vrienden!" De andere honden blaften allemaal en Jaguarpoot lachte. Ze raceten voort en zagen al gauw het clanterritorium. Ze vertraagden en keken naar de plaats waar de Grote Vergaderingen plaatsvinden en zagen daar de clans en op een helling aan de andere kant, De Bloedtanden.

Hoofdstuk 19[]

Animaatjes-muziek-32638

Hier past het niet volledig maar dan past het wel ongeveer bij H20 als je het nu al laat spelen.

Ze hadden besloten dat de leerlingen ook mee moesten vechten maar moederkatten was te riskant dus moesten die niet meevechten, want als alle moederkatten zouden sterven zou er geen melk meer zijn voor de kittens en zouden ze sterven. Alle krijgers maakten zich klaar voor de strijd. Daar kwamen De Bloedtanden al. De Bloedtanden raceten de helling af en de clankatten stormden op de vijand af. Ze waren veruit in de minderheid. Ze zagen dat Doders partner, de prachtige witte poes, het zwarte bundeltje nog steeds vasthad. Snijtand was de naam van de zoon van Doder en Snijtand zag er exact hetzelfde uit als Doder en Boom. Snijtand moest gedood worden want anders zouden de clans nooit rust kennen. Eigenlijk hadden velen het al opgegeven, Doder had gewoonweg te veel krijgers. Motklauw keek zenuwachtig om haar heen, ze kon het niet meer houden. Ze nam Pegelkit en IJskit op en liep de kraamkamer van de SneeuwClan uit, ze racete naar het slagveld. De clans waren een beetje achteruit gegaan zodat ze dichter bij de rivier stonden. Motklauw verstopte zich achter een paar struiken met haar twee kittens. De andere moederkatten in het SneeuwClankamp, waren allemaal aan het slapen en hadden niks door. Motklauw zag hoe De Bloedtanden op de clankatten afstormden en ze hoorde hen roepen: "Dood! Dood! Dood! Dood!" Het was gelijkmatig met hun race naar de clankatten en daardoor nog dreigender. Motklauw had een enorme fout begaan...

Hoofdstuk 20[]

Jaguarpoot knikte en riep: "Ten aanval!" Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot liepen alle drie vooraan en Stam en Regen een stukje achter hen. Ze raceten naar beneden en Jaguarpoot zag hoe de aftand tussen De Bloedtanden en de clankatten kleiner en kleiner werd. Kristalster hoorde iets boven het geluid van De Bloedtanden uit. Ze keek naar rechts en zag een enorme stofwolk, ze zag drie figuurtjes vooraan lopen, een zandkleurig, een gevlekt en een kastanjebruin. "Ze zijn er!": riep Kristalster uit en alle clankatten keken naar de aanstormende groep katten.

Jaguarpoot racete naar beneden en al het lawaai dat ze maakten, ze begreep niet dat De Bloedtanden dat niet hoorden! Het leek wel een storm! De storm van Jaguar, Vlinder en Kever. Ze naderden De Bloedtanden en ze moesten nog maar vijf meter en De Bloedtanden hadden niks in de gaten, de clankatten wel en ze kregen nieuwe moed. Jaguarpoot voelde de kracht, de kracht van De Storm van Jaguar, Vlinder en Kever, van Jaguarpoot, Vlinderpoot en Keverpoot.


Einde:[]

Nu, het verhaal is nog niet gedaan! Er komt natuurlijk nog een tweede deel en dat zal De Strijd gaan heten. Benieuwd wie er zal winnen?

Advertisement